Tussen 1920 en 1940 wordt hout als materiaal voor de telefoon grotendeels vervangen, eerst door plaatstaal en na 1930 door bakeliet. telefoonmuseum freerk kuperus
De nieuwe materialen lenen zich ook beter voor industriële, seriematige produktie. Omdat de automatische telefooncentrale wordt uitgevonden, doet de kiesschijf zijn intrede en veranderen veel telefoonnetwerken van lokaal-batterij systemen in centraal-batterij systemen. De toestellen kunnen daardoor kompakter en lichter worden en de tafelmodellen raken meer en meer in zwang.